Auguste Moreau

Auguste Moreau (1834 - 1917).


Het verhaal van Auguste  Moreau is een familiegeschiedenis dat begint bij zijn vader.


De vader van Auguste, Jean-Baptiste-Louis-Joseph Moreau, werd geboren in Dijon in 1797 waar

hij eveneens zal overlijden in 1855.

Na zijn opleiding aan "l'École des Beaux-Arts de Dijon" is hij gedurende zijn hele leven als beeldhouwer

werkzaam gebleven in deze Bourgondische stad.


Naast zijn belangrijk oeuvre zorgde hij ook voor een succesvol nageslacht.

Jean Baptist heeft, samen met zijn echtgenote Anne-Marianne Richer, drie zonen gekregen.

Alle drie, Mathurin, Hippolyte-François en Auguste, zullen in de voetsporen treden van hun vader.

De drie zonen studeren af aan de "École Nationale Supérieure des Beaux-Arts" te Parijs.


Mathurin (1822 - 1912), de oudste van de drie, zal voornamelijk grote standbeelden maken die je nu

nog overal kan bezichtigen in Parijs. Zo is bijvoorbeeld zijn beeld "L'Océanie" te zien op het plein

van het Musée d'Orsay.

Hij werd aandeelhouder in de grootste kunstgieterij van Frankrijk, Les Fonderies d'Art du Val d'Osne.


Hippolyte (1832 - 1926) zal hoofdzakelijk middelgrote decoratieve beelden vervaardigen naast

kunstwerken die ook een praktisch nut hebben. Zo zal hij ook vazen, briefopeners, boekensteunen en

"vide-poches" maken in Brons, witmetaal en tin.

Veel van zijn werken zijn te bezichtigen in het "Musée des Beaux-Arts de Dijon".


Auguste Moreau (1834 - 1917), de jongste van de drie, ontwikkelde al vroeg een groot artistiek inzicht.

Zijn bijzondere stijl was al duidelijk in zijn eerste werken.

Zijn beelden werden voor het eerst tentoongesteld in 1861.

In de 19e eeuw was Parijs het toneel van verschillende wereldtentoonstellingen.

Auguste gebruikte een van deze tentoonstellingen als springplank voor zijn artistiek succes.

Zijn werken zijn nog steeds te bewonderen in het "Musée des Beaux-Arts de Troyes" en het "Musée des Beaux-Arts de Bordeaux".


Als gepassioneerd kunstenaar liet hij zijn werken voor zich spreken, maar zelf bleef hij als persoon op de achtergrond. Daarom is er ook weinig bekend over zijn leven. Zijn naam is vereeuwigd op tal van sculpturen, maar verder was hij blijkbaar geen grote vriend van het publiek.


Zijn broers stonden echter wel graag in de schijnwerpers.

Het gebeurde dus dat Hippolyte Moreau (1832-1927) en Mathurin Moreau (1822-1912) hun levenswerken

versierden met invloedrijke prijzen, maar Auguste solliciteerde niet op een vacature en ontving geen prijzen.

Het zelfvertrouwen van de kunstenaar was duidelijk hoog genoeg om zijn werken niet officieel te laten

erkennen. Zijn kunst bracht hem genoeg op om van te leven.


Auguste had mogelijk al contactpunten met de stijl van de Art Deco, maar hij werd vooral één van

de belangrijkste vertegenwoordigers van de Art Nouveau.


Hij gebruikte deze stijl door delicate figuren en bustes te ontwerpen die bijzonder realistisch en

gedetailleerd leken.

Zelfs nu zijn kunstkenners nog gefascineerd door het detailniveau dat de werken van Auguste vertonen.


De zoon van Auguste, Louis Auguste Moreau, (1855-1919) en zijn broer, Hippolyte-Francois Moreau,

stichten samen een partnerschap "L & F Moreau". Via deze weg gaan ze de kunstwerken industrialiseren en

reproducties in Zamak maken. Vermits de beelden werden gemaakt via de "verloren was" techniek,

bestond er een mal waarmee meerdere "copies" konden worden gemaakt.


Zamak (Spelter in het Engels) is sinds het begin van de 20ste eeuw zeer in gebruik voor het maken van gegoten beelden. Zamak is een handelsmerk voor een groep legeringen met zink als belangrijkste component. De legeringen hebben een relatief laag smeltpunt van 120 graden  en kunnen gemakkelijk

worden gegoten. Het was dus een zeer gewild vervangmiddel van brons.


De naam is een acroniem, afgeleid van de beginletters van de Duitse namen voor de metalen waaruit

het materiaal is samengesteld: Zink, Aluminium, MAgnesium, Koper (kupfer).


De beelden die via deze manier werden gereproduceerd kregen de "L & F Moreau" stempel en

daarbovenop het signatuur van een van de twee broers, Auguste of Hippolyte-François.


Nadat de Hippolyte-François overleden was, is de reproductie van de beelden blijven doorgaan.

Die beelden kregen een stempel "France" mee.


Het is wel heel belangrijk om te vermelden dat Auguste en Hippolyte-Francois eveneens beelden van

zowel brons als Zamak (Spelter) maakten in eigen naam.

Deze beelden kregen dus niet de stempel "L & F Moreau" mee, maar kregen de signatuur "Aug. Moreau" of

"Hip. Moreau".


Er is eveneens veel verwarring over aan wie een kunstwerk juist toegeschreven kan worden

door de manier waarop zij speelden met de initialen van voor- en middelnamen.


Zeker is dat de familie bestond uit getalenteerde kunstenaars,

maar ze waren  bovenal echte ondernemers in de kunst-business.