Joost Maréchal

Joost Maréchal (1911 - 1971)


Op het gedenkprentje van Joost Maréchal:


‘Uit aarde en vuur trok hij met meesterhand dunne klankrijke wanden op rondom de leegte,

opdat die gevuld kon worden.


Tegenover alle holten, die hij vormde, stelde hij de verhevenheden van zijn gestolde dromen, de plastieken.

Een zuiver evenwicht van tegendelen.


Zijn wezen was zoals zijn werk: mannelijk krachtig, sterk en behoedend, vrouwelijk gevoelig en broos.

Een man die van nature wist wat geven is en nemen. Een mens zoals een mens moet zijn.


Zo is Joost Maréchal ook na zijn dood nog onder ons als zijn schaal die ons opneemt en omsluit,

als zijn beeld dat oprijst in de ruimte en ons dwingt de wijdheid te zien van hemel en aarde’.


                                                                                                                                                                                 Willem Enzinck.




De carrière van Joost Maréchal kan op zijn minst omslachtig worden genoemd.

Hij was keramist, schilder, tekenaar, journalist, illustrator, beeldhouwer, glazenier, fotograaf, cineast en leraar.


Vanaf het begin van zijn keramiek-carrière in 1934 tot het einde in 1971 zien we het werk van Joost Maréchal duidelijk evolueren. Joost Maréchal had oog voor de stijlveranderingen door de jaren heen en wist dit ook toe te passen in zijn werk.



Joost Maréchal werd geboren in Brugge en begint reeds op zeventienjarige leeftijd te tekenen en werken te maken in hoogdruk zoals linoleumdruk en houtsneden.


Hij studeert aan de Sint-Lucas kunstschool in Gent en vervolgt zijn studie aan de École nationale supérieure des arts visuels waar hij schilderkunst krijgt van niemand minder dan Gustave Van de Woestyne, die hem tevens zijn passie voor de kunst van glasramen in lood doet ontdekken.



Allereerst gaat hij experimenteren met glazuur dat hij aanbrengt op bloempotten die hij niet zelf heeft gemaakt. Daarna legt hij zich toe op het zelf draaien van potten. Het leerproces verloopt langzaam, maar in 1939 kan hij al iets tonen aan het publiek.

In het begin werkte hij vrij sober onder invloed van het Torhoutse Aardewerk.

Gaandeweg maakt hij zich meester van de verschillende technieken die gepaard gaan met het maken van aardewerk. Eerst gaat hij met emailverf werken omdat dit aansluit bij zijn glaswerk.  Tegen 1940 heeft hij het draaien en bakken onder de knie en maakt hij werken die vrij goed passen in de late Art Deco.



Tijdens de tweede wereldoorlog valt de keramiekproductie van Joost Maréchal zowat stil door een tekort aan klei en gas. Hij zal zich gedurende die periode vooral bezighouden met zijn schilderkunst van portretten en landschapstaferelen.



Pas na de tweede wereldoorlog zal Joost Maréchal zich weer in belangrijke mate toeleggen op de keramiek.

In 1946 verhuist hij met zijn gezin naar Eeklo waar hij een atelier begint voor zijn keramiek en glasproductie.

Hij wordt sterk beïnvloed door de 'Studio Pottery' met de  'ethische potten' filosofie van Oliver Watson en op de utilitair bepleite vormen van Bernard Leach.



Daar zal hij zowel gebruiksaardewerk maken als artistiek beeldend aardewerk.  Hij zal voornamelijk functioneel aardewerk maken waaronder Koffiepotten en theepotten, schalen, bonbonnières, kruiken, bierpotten en asbakken om een inkomen te creeren, maar zijn hart gaat naar de creatie van zin studio pottery.


Ook wandreliefs en siertegels worden in serie gemaakt via mallen waarmee de klei in vorm wordt gegoten.

Het seriewerk van gebruikskeramiek zal hij delegeren aan enkele getalenteerde werknemers en zelf zal hij het ontwerp van nieuwe keramiek en glasramen op zich nemen.


Maar dit commercieel werk bezit eveneens een grote artistieke kwaliteit.

Om het aanbod te vergroten gaat Joost Maréchal  copieantiek maken  zoals Delfts blauw en aardewerk van Rouen. Hij slaagt erin om de kleuren zo getrouw te maken en het procédé van de craquelure zo goed na te bootsen dat zijn kopieerwerk wordt aanzien als origineel werk.


Vanaf 1951 gaat Joost Maréchal weer experimenteren met glazuren. Zo gaat hij werken met de reducerende werking tijdens het 'bakken' van de keramiek. Hierdoor krijgt het keramiek een bijzondere uitstraling en verkrijgt het mooie effecten van satijnachtige texturen in grijs blauw en groen. De vormen van zijn vazen blijven getuigen van eenvoud.


Vanaf 1954 kunnen we spreken van een stijlbreuk met zijn vroegere werk. Plots worden de ronde en soepele vormen strak en scherp afgelijnd. De zachte texturen en kleuren worden nu vlakken van contrasterende kleuren, Zo krijgen we vazen in het zwart met een duidelijke afgelijnde overgang naar wit of groen. Zo maakt Joost Maréchal  een heel gamma van voorwerpen met slechts twee kleuren. Het design beantwoordt aan de tijdsgeest en zal een enorm succes kennen op Expo 58.


Joost Maréchal gaat dan weer verder experimenteren met rookontwikkeling tijdens het bakproces. Hierdoor maakt hij gerookte vazen met een zwart grijze wolkentextuur.

Joost Maréchal gaat zich nu ook toeleggen op religieuse beeldende keramiek en sculpturen.


Vanaf 1962 geeft hij de zaakvoering van zijn atelier over aan zijn zoon Bart en diens echtgenote. Nog steeds onder invloed van Bernard Leach, gaat Joost Maréchal nu keramiek maken met oosterse invloeden.

Ook gaat zijn interesse meer en meer uit naar de beeldende kunsten. Hij begint beelden te maken uit klei. Eerst werk hij zuiver figuratief, maar geleidelijk aan evolueren zijn beelden naar abstracte vormen.



Tot ongeveer 1963 zal het atelier met succes draaien.

Voor Joost Maréchal en zijn echtgenote, Hilda Welvaert, waren dit hectische jaren waarin zij alle energie legden in hun atelier.

Voor Hilda kwam daar nog alle administratie, organisatie en huishouden bij, voor Joost kwam daar nog zijn extra baan als leraar keramiek bij.

Dit lesgeven deed hij gedurende twee dagen per week aan het Sint-Lucas in Gent.


Alsof al dit werk in zijn keramiekatelier, zijn ontwerpen en installaties van glasramen in lood, zijn lesgeven en zijn schilderkunst nog niet voldoende waren, zal Joost Maréchal zich nog gaan toeleggen op de fotografie en de film. Hij wordt lid - en later voorzitter - van de Amateur filmclub VAKOV en zal meerdere prijzen winnen met zijn films.



De bespreking hierboven is slechts een ruwe schets van het keramisch werk van Joost Maréchal. Daarbuiten zijn nog zo veel werken te ontdekken van zijn glasramen, zijn schilderijen, zijn boekillustraties enzovoort.


Op de website over Joost Maréchal kan je vele voorbeelden zien van zijn werken en een meer gedetailleerde omschrijving van zijn leven en werk vinden.

http://www.joostmarechal.be/index.htm


Een andere site waar je een ruim aanbod vindt van het oeuvre van Joost Marechal is deze van St-John Art & Antiques: https://st-john.be/past-exhibitions/joost-marechal-1911-1971




Bronnen:


http://www.joostmarechal.be/index.htm

https://inventaris.onroerenderfgoed.be/personen/8723

https://www.designmuseumgent.be/agenda/maréchal-perignem-en-amphora

https://www.dbnl.org/tekst/_vla016197101_01/_vla016197101_01_0184.php

http://www.joostmarechal.be/interbellum-norbert-poulain-joost-marechal.pdf



Het boek 'Joost Maréchal, keramist en glazenier'.

Een uitgave van Uitgeverij Snoeck.

ISBN 978-94-6161024-9





Studio pottery


Studio pottery of Studio aardewerk is aardewerk gemaakt door professionele en amateur kunstenaars of ambachtslieden, die alleen of in kleine groepen werken, waardoor unieke voorwerpen ontstaan. Typisch is dat alle stadia van de productie worden uitgevoerd door de kunstenaars zelf.


Studio aardewerk omvat functioneel aardewerk (vaatwerk en kookgerei) en niet-functionele aardewerk (beeldhouwkunst) .


Studio pottenbakkers kunnen worden aangeduid als keramische kunstenaars, keramisten of als kunstenaars die klei gebruiken als medium.


Veel studio aardewerk is vaatwerk of kookgerei , maar een toenemend aantal studio pottenbakkers produceren niet-functionele (ook wel decoratief) of sculpturale items.








Ethische potten


De term " ethische pot " werd bedacht door Oliver Watson in zijn boek

'Studio Pottery: Twentieth Century British Ceramics in the Victoria and Albert Museum Collection' om een 20e-eeuws trend

te beschrijven van studio aardewerk dat vlakte, utilitaire keramische productie begunstigd.


Watson zei: "de ethische pot, met liefde gemaakt op de juiste manier en met de juiste houding, zou een spirituele en morele dimensie bevatten."

Haar belangrijkste voorstanders waren Bernard Leach en een meer controversiële groep van naoorlogse Britse studio pottenbakkers.










Bernard Howell Leach (1887-1979)


Joost Maréchal is geïnspireerd geweest door Bernard Leach.


Leach zag aardewerk als een combinatie van kunst, filosofie, design en ambacht.

Leach bepleite eenvoudige en utilitaire vormen.

Zijn ethische potten staan in tegenstelling tot wat hij noemde beeldende kunstpotten.

Die beeldende kunstpotten bevorderen, in plaats van zuiver esthetische toepassingen, de functie. De term " ethische pot " werd bedacht door Oliver Watson in zijn boek 'Studio Pottery'. De Vlaamse pionier van deze Studio Pottery was Jan Cockx (1891-1976)


Ook Joost Maréchal was een aanhanger van deze 'Studio pottery'. Als hoofdzakelijk ontwerper van glasramen, begint hij zich vanaf 1938 ook toe te leggen op keramiek.




Torolf Prytz (1858 - 1938)
Jacob Ulrich Holfeldt Tostrup (1806-1890)